

Van hart voor dieren
naar toekomstbestendig dierenwelzijn
Amsterdamse kinderboerderijen zorgen gezamenlijk voor maar liefst 1700 dieren. Het welzijn van onze dieren dragen wij hoog in het vaandel. De wijze waarop hieraan vorm wordt gegeven is volop in beweging. Wat gisteren goed was kan vandaag niet meer en wat vandaag kan is morgen mogelijk achterhaald. In februari 2016 heeft Laurens lvens, wethouder Dierenwelzijn, ons verzocht tot gezamenlijk gedragen uitgangspunten en kwaliteitseisen te komen, die recht doen aan de huidige tijdgeest. Hieraan hebben wij graag gehoor gegeven.
Onze uitgangspunten en kwaliteitseisen staan niet op zichzelf. Wij hebben ons terdege rekenschap gegeven van het Keurmerk Kinderboerderijen, het branchekeurmerk van de vereniging Samenwerkende KinderBoerderijen Nederland (vSKBN). Het principe van 'Boeren met Beleid' dat wordt gehanteerd door de (gemeentelijke) kinderboerderijen in Den Haag, diende eveneens als richtinggevend document. Ook het 'Kinderboerderijenbesluit' dat de stichting Comité Dierennoodhulp en de stichting Dierenvangnet in juni 2016 presenteerden, hebben wij met oprechte interesse tot ons genomen.
Deze overeenkomst markeert het einde van een periode van intensief en inspirerend overleg, en het begin van een duurzame onderlinge samenwerking. Wij onderschrijven de gezamenlijk gedragen uitgangspunten en kwaliteitseisen om het dierenwelzijn te behouden en te verbeteren. Tegelijk omarmen wij onze onderlinge diversiteit. Zo komen wij tot een verantwoord, aantrekkelijk en toekomstbestendig aanbod voor de inwoners van Amsterdam.
Overeenkomst uitgangspunten en kwaliteitseisen dierenwelzijn Amsterdamse kinderboerderijen
UITGANGSPUNTEN DIERENWELZIJN
-
De Amsterdamse kinderboerderijen houden zich aan alle wet - en regelgeving die betrekking heeft op dierenwelzijn op kinderboerderijen.
-
De intrinsieke waarde van een dier en de beschikbare ruimte, kennis en budget zijn bepalend voor het aantal dieren dat wordt gehouden op de Amsterdamse kinderboerderijen. Door zorgvuldig, maar ook bedrijfsmatig afwegingen te maken, warden dieren op de Amsterdamse kinderboerderijen de verzorging, ruimte en omstandigheden geboden voor een prettig soorteigen leven.
-
De Amsterdamse kinderboerderijen geven aan hun bezoekers het goede voorbeeld over de wijze waarop dierengehouden warden, door het bewustzijn te vergroten van de intrinsieke waarde van een dier, het soorteigen gedrag en de waarde die een dier heeft voor de mens. Dit uitgangspunt bepaalt tevens de wijze van voorlichting en het educatief aanbod van de kinderboerderijen .
-
De Amsterdamse kinderboerderijen werken waar mogelijk samen om het dierenwelzijn op de kinderboerderijen te behouden en te verbeteren.
KWALITEITSEISEN DIERENWELZIJN
Dierenwelzijn :
de basis op orde
De deelnemende Amsterdamse kinderboerderijen onderschrijven de 26 uitgangspunten voor Dierenwelzijn (hoofdstuk 1) en Vakbekwaamheid en Personeel (hoofdstuk 31 paragraaf 3.1. en 3.2) van het Handboek Keurmerk Kinderboerderijen(versie 2015 1 inclusief bijlagen) van de vereniging SKBN. Hiermee wordt voldaanaan alle wet- en regelgeving die van belang is voor het welzijn van dieren op de kinderboerderijen.
Het SKBN keurmerk biedt zesentwintig uitgangspunten voor dierenwelzijn. Deze gaan over een goede verzorging en de omgang met en de gezondheid van dieren. Het is voor de Amsterdamse kinderboerderijen evident dat aan deze basisvoorwaarden zeals beschreven in het SKBN keurmerk voldaan wordt.
Dierenwelzijn plus
Andere uitgangspunten vragen naar onze smaak om meer uitwerking. De Amsterdamse kinderboerderijenhebben daarom aan de uitgangspunten over huisvesting, het eigen dierenbestand (aanschaf- en vervanging van dieren; fokbeleid; dump- afstand en pensiondieren) en het bergen van vakkennis bij de medewerkers verder invulling gegeven. Dit zijn de leidraden voor het behoud en het verbeteren van dierenwelzijnbij de Amsterdamse kinderboerderijen.
HUISVESTING VAN DIEREN
In het SKBN keurmerk (paragraaf1.6) staan de basisvoorwaarden benoemd die belangrijk zijnvoor een gepaste huisvesting van dieren. Zo moeten verblijven schoon, heel en veilig zijn. De huisvesting moet
een comfortabel leefklimaat bieden en zowel binnen als buiten bescherming bieden tegen weersomstandigheden. Een andere belangrijke basisvoorwaarde is dat een dier voldoende ruimte moet hebben om uiting te kunnen geven aan zijn fysiologische en ethologische behoeften.
De Amsterdamse kinderboerderijen vinden dat zij een voorbeeld- en educatieve functie hebben welk oppervlak minimaal gewenst is voor huisvesting en buitenruimte. Dit is per diersoort verschillend. Ook lat en wij zien hoe de inrichting van een verblijf past bij het diersoort en hoe de soort in de natuur leeft. Een goede inrichting van de huisvesting gaat in dit lieht voor op het oppervlak dat per dier beschikbaar is. Door gerichte voorlichting worden bezoekers ervan bewust gemaakt waaraan goede huisvesting moet voldoen.
-
Diergericht in plaats van mensgericht